Track by track
1 | De man die nooit meer zong
Liedjes gaan nooit (alleen) over de zanger. Je kan een midlife
crisis niet vatten in cijfertjes of graden (zoveel groene
pukkels/zoveel graden koorts) dus ik weet niet met zekerheid of
ik er één, geen of vijf heb gehad.
En wat dan nog. Het zijn maar woorden bij een vrolijk
muziekje.
Onze huisdokter zei; misschien heb je teveel “on hold“gezet, en
daarom rammelt uw carrosserie.
Ik deed een scatstukje op de demo als voorstel voor wat de
sopraansax zou kunnen doen. Jo Francken wilde het behouden omdat
“hij dan weer terug zingt”, zover had ik nog niet nagedacht.
Dat die drums zo cool klinken is vermoedelijk omdat het
enerzijds een plastieken doos en anderszijds een plastieken
vuilbak betreft.
Piet Van Den Heuvel grooved op alles.
2 | Lepeltjesgewijs
Ik vind lepels in de eerste plaats een instrument , daarnaast
kan je er eventueel ook soep mee eten. En ik heb mijn
bedenkingen bij de overromantisering van de lepeltje–lepeltje
slaaphouding.
Het is wel onverzinbaar wat slapen met ons doet.
Ik weet niet precies wie ons geschapen heeft, maar het was vast
iemand met liefde voor psychedelica.
Als je samenspeelt in de studio kan je samen versnellen en vertragen en voor je het weet staat de live-reprise gewoon mee op de plaat, zo is het gegaan.
3 | Orka's zwemmen naar Nieuwpoort
Voorlopig nog surrealistisch liedje over de gevolgen van de
klimaatsverandering.
De eerste versie was een soort Katrina and the Waves popsong.
Toen hebben we het “ge-NaNaNa” door houtblazers laten doen en er
New Orleans ingesmokkeld en een Bobby Gentry banjo.
Ik wou graag Louis Neefs zijn in dit liedje.
Dat is alleen in mijn eigen verbeelding gelukt want ik kan
niemand nadoen.
Het zal nog wel even duren vooraleer de hele wereld in dezelfde
perzik bijt, maar een liedje is geen krant.
4 | Op de groei
Poging om het gevoel te vatten van een vader met volwassen
kinderen die niet goed opgelet heeft.
Ik begrijp de Tomorrowland-generatie niet volledig, maar ik kom
ze wel vaak tegen in de keuken.
Eerst wist ik alleen dat vioolstukje.
Ik verzin altijd riedeltjes, ze zijn voor mij een wezenlijk
onderdeel van een liedje.
De mogelijkheden zijn grenzeloos want je moet ze zelf niet
gezongen krijgen.
Tot echt veelstemmig strijkers arrangeren ben ik niet in staat,
daar moet je hoger opgeleid voor zijn.
Ivan Smeulders is dat, hij is de waardige opvolger van de
betreurde Bob Porter die dat vroeger deed voor ons.
5 | Boechout mijn land
Victor Hidalgo, onze Zuid -Amerikaanse buurman, leerde me nieuwe
voicings van Latin-akkoorden. (voicings zijn alles!) Dat was het
vertrekpunt.
Mike Smeulders bleek zijn Jazz waltz-accordeon ritmisch te
kunnen verdubbelen, en dan nog eens.. meerbepaald fluitend, die
mannen blijven me verbazen.
Had een hymne kunnen zijn, maar het is een parodie op een hymne
geworden, want de tekst is van Hugo Matthysen.
Oorspronkelijk geschreven als gelegenheidstekst, nu lichtjes
geupdated.
Hugo was de enige van ons die niet in Boechout woonde, toch werd
hij ook uitgemaakt voor “Boechout Beatle”, hij was ook de enige
die dat echt een scheldwoord vond.
6 | Konijneneten
Ik jojo; 6 kilo op, 6 kilo af. Reden; onduidelijk. Iemand zei: ge moet daar iets aan doen. Dat iets bleek kortgezegd; rauwkost. Ik ben daar vierkant tegen.
Ik voel me veilig als er vakmanschap onder de gekte verborgen
zit.
Jan zei; je mag Sfinksfestivallen zoveel je wil, er moet wel een
echt liedje onder verborgen zitten. Hij hield woord. Die
octavier en die oscillator klinken hedendaagser dan ze zijn,
want het zijn instrumenten van voor 1967, dat was namelijk de
afspraak met Jo.
Dizzy Mandjeku en Emile Verstraeten spelen broederlijk samen,
Emile speelt de elektrische leadgitaar, witte Afrikaan uit
Drongen.
Ronny Mosuse en Billie Leyers zijn ons komen helpen om een
beetje als Lady Smith Black Mambazo te klinken. Een zanger is
hier weer heel expliciet een groep.
Sfinksfestival here we come!
7 | Dicht bij mij
Je moet spaarzaam zijn met lovesongs, er zijn er al zoveel.
Premisses helpen.
Simpele tekst/duet met superzangeres/checken in welke taal de
letterlijke vertaling van de Vlaamse tekst het mooist klinkt.
(Lingala!).
Ik hou van jazzconcerten. Daardoor ken ik Tutu Puoane, de Zuid-Afrikaanse parel die concerteert in de wereld maar ook een link heeft met ons land; de Belgische jazzpianist Ewout Pierreux is haar man.
Ons demootje op een iPhone met alleen maar mijn gitaar klonk
meteen goed, dat kwam door haar natuurlijk.
Tutu zingt in vele talen, waaronder het Sutu, maar niet in het
Nederlands.
Toch heeft ze het gedaan. “diCHt “is een heel raar woord, maar
bij Tutu klinkt het
beter dan bij mij.
8 | Arme Jeroen
Vaak heb je het pas echt over jezelf als je in de derde persoon
vertelt.
“Het syndroom van synchroniciteit” is mij niet geheel
onbekend.
En schrammen in je hoofd zijn erger dan schrammen op je knieen.
Dat countrygeshuffle is van Tom Van Laere, ik ben al lang een
fan de Admiraal.
In 2006 spraken we af om eens iets samen te doen, het is er nu
pas van gekomen. Die Pedal Steel dat is alweer de geweldige Tom
Vanstiphout.
9 | Mooie dag
Er wordt ons geleerd dat je simpel geluk niet mag vertrouwen.
Dat zal wel zo zijn, maar of dat gemoppersmurf ons zo veel
gelukkiger maakt? Moppersmurf is wel een toppersonage natuurlijk
en een basklarinet blijkt mooi te blenden met een gewone
klarinet. Houtblazers for president!
Jo heeft telkens weer gezorgd voor “het geluid van een groep die
toevallig in je woonkamer zit”, geen opgeblazen gegalm,
nergens.
Nu besef ik pas hoe blij ik daar mee ben.
10 | Stipjes
Fysica-technisch klopt het, mocht dat belang hebben.
Alle menselijk bestaan is restafval van de Big Bang die trouwens
intussen gewoon op het internet staat en deeltjes die botsen
veranderen echt elkaars wezenskenmerken.
Ik durf dus een compositie van Jan zingen. Dat is niet evident
want hij componeert meestal voor grotere zangers.
Met de vorm heb ik mijn goesting gedaan. Dat mocht omdat het
mijn plaat was.
Ivan deed meer met de strijkers dan voorzien, we hebben het
allemaal behouden.
David Poltrock speelt Ondes Martenot, een instrument uit 1928,
een golvengenerator die bespeeld wordt met metalen ringen.
11 | Dan zal ik er zijn
“Mag het een echte Charanga-groove zijn of komt er een moneybeat
over?”, vroeg onze Cubaanse percussionst Amel Serra Garcia.
Zuid-Amerikanen vinden het flauw wanneer er een Westerse popbeat
gedrapeerd wordt over hun polyritmiek.
We gingen voor the real thing.
Ik beeld me wel eens in dat ik Ibrahim Ferrer ben, de zanger uit
Havana
die al naar de 80 ging toen hij doorbrak met de Buena Vista
Social Club.
Ik zag hem alle jonge grut naar huis shinen op een festival.
Ik vind “I’ll be there”-liedjes een raar genre, de zanger doet
dan altijd alsof de zon uit zijn gat schijnt, deze tekst staat
in tegenfase.
12 | Dennenlaan
Het is een hobby als een andere; je rijdt langs huizen en je stelt je voor wat er binnen gebeurt.
Je print het te groot uit en je schuift er ingebeelde violen
onder.
Er is geen Dennenlaan in Brasschaat, in Schoten trouwens ook
niet.
Ik wou graag nog eens tegen de grand piano van Mike Smeulders
aanschurken, meer is het eigenlijk niet.
13 | Venus Mars of Pluto
Tijdens “De Ideale Man-tour” hebben we een paar keer gespeeld voor mensen die het Vlaams niet machtig zijn. Bijvoorbeeld in Agadir en Nantes, ik had zo veel mogelijk in het Frans vertaald, maar niet alles en wat bleek; je hoeft niks te begrijpen om elkander te verstaan!
Het is een cover is van “Lela Pala Tute”, een nummer dat ik
alleen kende van Gogoll Bordello: de Roemeens/ New Yorkse
gypsy-punkers.
Maar het blijkt een Karpatische folkklassieker met een Arabische
killerriff, er is dus een verband tussen Oost Europa en het
Oosten toucourt.
(Zie bv ook: Siostry Matkowskie & Maciej Czemplik, ik doe nu
alsof ik dat heel gewone namen vind).
14 | Wat nog komen zou
Was het eerste nummer dat ik klaar had, in de zomer van 2011.
Een liedje over afscheid nemen.
Heb wel eens een specifieke versie gemaakt maar dan word je een
geschiedschrijver.
De opname is een live–take met Tom Van Stiphout.
Ivan Smeulders speelt de bandoneon-partij.
Net zoals de meeste mensen heb ik al te vaak afscheid moeten
nemen.